Een biopsychosociale blik
Met veel plezier ben ik dit jaar begonnen aan een opleiding in de seksuologie. Een van de eerste dingen waar ik bewuster van wordt, is dat de seksuologie al lange tijd niet meer benaderd wordt door het ‘driftdenken’ onder andere gevormd door Freud, maar vanuit een “biopsychosociale” benadering. In deze benadering is er plaats voor de lichamelijke (biologische), psychologische en sociologische aspecten die een rol spelen bij seksuele behoefte, seksuele beleving en seksueel gedrag (uit Sexcounseling, van Marijke IJff). Als Gestalttherapeut komt me dit bekend voor, alleen vanuit de gestalt wordt het benoemd als het hele veld betrekken, de wisselwerking tussen individu en dat veld, of omgeving, en gaat het meer om een zogenaamde holistische benadering. Bij het luisteren van een podcast van psychiater Paul Verhaege vallen dingen samen en voel ik een behoefte opborrelen om er een samenhangend geheel van te bloggen….
Biopsychosociale model
Volgens Verhaege is het zogenaamde biopsychosociale ‘kijken’ al langer belangrijk en bekend, niet alleen binnen seksuologie, maar in het hele kader van gezondheid en ziekte. Maar is het lange tijd slechts een mooi idee geweest, waarbinnen de biomedische blik dominant is (geworden). Dit is onder andere te verklaren doordat via allerlei maatschappelijke en religieuze invloeden het lichaam in de loop van de tijd meer en meer opgevat werd als een te onderzoeken mechaniek. De opkomende (medische) wetenschap en de vrijheid alles te onderzoeken heeft veel gebracht. De schaduwkant is dat de natuur en het menselijk lichaam versmalt zijn tot ‘dingen’. Ook het christelijke neerkijken op het lichaam, als slechts ‘het vlees’ heeft hierin bijgedragen, maar heeft dus ook de moderne wetenschappelijke geneeskunde met al haar resultaten mogelijk gemaakt. (uit de brochure “Wij en ons lichaam” van de PKN). Het dualisme, een scheiding tussen lichaam en geest, is hieruit voortgekomen en in stand gehouden. Het lichaam werd vroeger beschouwd als aards, tijdelijk en verwerpelijk, de ziel, of de geest daar ging het om. Geest ging boven lichaam, ziekte werd gezien als straf van God. Tegenwoordig slaat het eerder de andere kant op, en neigen we naar een perfect en gezond lichaam te streven, bij ziekte zoek je een dokter op en niet meer de kerk. Lichaam gaat boven geest. Het gevaar van dit dualisme, vanuit welke oorzaak dan ook, is dat we niet meer goed ons lichaam aanvoelen en bijvoorbeeld bepaalde lichamelijke klachten, zoals buikpijn, niet kunnen duiden, misschien überhaupt wel niet voelen, en ook niet op kunnen anticiperen. Verhaege pleit in zijn boek Intimiteit en in de podcast voor een holitische, ofwel biopsychosociale visie, en het loslaten van dit dualisme.
Holistische visie
In een holistische visie is alles met alles verbonden. Een geschikte metafoor hiervoor is die van een tandwielenstructuur, waarin de verschillende onderdelen voortdurend met elkaar in interactie zijn. Verander één element, en alles verandert. Dit beeld vind ik ook terug in mijn opleiding. Het volgende modelletje illustreert dit mooi. En zoals mijn opleider zei, als je aan eentje gaat draaien verandert er automatisch ook bij de andere tandwielen iets.
Stress
Verhaege gebruikt als sleutelwoord “stress” om te gebruiken in het holistische netwerk en in deze holistische benadering. De oorzaak van welke stress dan ook, ligt vaak in het psychosociale veld (ziekmakende werkplek, een vechtscheiding, gepest worden etc), de gevolgen zijn medisch/biologisch en psychologisch. Langdurige blootstelling aan stress maakt ons ziek. Lichaam, bewustzijn, omgeving en interacties met anderen vormen een complex geheel waarvan gezondheid of ziekte het resultaat is. Met deze stelling kan het ooit vanzelfsprekende lichaam-geest dualisme aan de kant gezet worden. Stress zorgt voor verstoring in het aanpassingssysteem tussen individu en omgeving, de tandwielen lopen stroef of eentje gaat stilstaan en het hele systeem komt stil te vallen, hapert, versnelt of gaat een andere kant op draaien. Hoe we hiermee omgaan kan onze kwaliteit van leven en gezondheid beïnvloeden. Als we dit bekijken vanuit de tandwielenmetafoor is de vraag niet alleen meer waar precies de oorzaak ligt en of die überhaupt in één veld te vinden is, het is immers een wisselwerking. De vraag is breder geworden en zoekt naar hoe we het gehele systeem in een andere, gezondere balans kunnen krijgen en welke ingang daar in eerste instantie het meest toegankelijk voor is.
Intiem zijn met jezelf
Prachtig deze theorie maar hoe kan ik daar nu mee verder in de praktijk, denk ik dan en jij als lezer misschien ook. En tegelijkertijd is een van mijn beweegredenen voor deze opleiding, juist ook om meer van de biomedische kant van seksuologie te leren. Als ik me teveel ga focussen op deze biologisch/medische dimensie van seksualiteit, is de kans dus aanwezig té narrow minded en eenzijdig te zijn. Iets waarvan ik zojuist gesteld heb dat dit dualisme in de hand werkt. Hier alert op zijn in de praktijk, neem ik me voor. Echter wat vooral indruk op mij maakt, en wat de clue is, in Verhaeges pleidooi, is zijn benadrukking op het hebben van een goede relatie met onszelf. En daarmee bedoeld hij een relatie met het geheel van wie we zijn, dus ook met ons lichaam. Intiem zijn met jezelf. Jezelf kennen en stilstaan bij jezelf. Omdat we de neiging hebben dualistisch met onze geest en ons lichaam om te gaan is het af en toe nodig om de tandwielen een beetje stil te zetten en eens even onder de loep te nemen of ze nog wel lekker draaien.
Vertragen en stilstaan
Vorige week had ik een ervaring bij een supervisiemoment waar ik ervoer hoe goed het is om gewoon even stil te staan, te landen. We (de gestaltsupervisor en 2 andere collega’s) praatten over de zomer, over hoe fijn het is dat alles dan wat langzamer gaat. Wij allen ervoeren na de zomer, weer een rush, een drukte en ook ander contact met de mensen om ons heen, vluchtiger en oppervlakkiger. In de supervisie sessie was ruimte voor vertragen en voor echt even stilstaan bij onszelf en elkaar. Ik kwam er uitgerust en voldaan van terug, terwijl het toch om 3 uur supervisie ging, waarbij we echt niet alleen gebabbeld hebben over de zomer. Er was alleen geen tot weinig stress, en we waren met volle aandacht aanwezig en dit werkte verkwikkend, er was sociologisch gezien echte verbinding en wederzijds contact. Dit bracht me vervolgens in een hernieuwde verfrissende relatie met mezelf en gaf me energie om weer verder te gaan. Vertragen, stilstaan bij jezelf en de ander, de intieme relatie met jezelf en je lichaam, nodig voor iedereen en behoorlijk relevant binnen de seksuologie. De seksuologie met haar biopsychosociale benadering zoals ik die nu leer, is wellicht haar tijd ver vooruit en een voorbeeld voor de gehele wetenschap over ziekte en gezondheid. Ik zie er naar uit om al die dimensies nog meer te verkennen, te bestuderen en te integreren in de praktijk. Mijn “tandwielen” gaan er in ieder geval nu al op een andere manier van draaien, de biologische/medische kennis en kunde, de psychologisch besproken fenomenen en de sociale interactie met docent en studenten geven me de juiste flow en input om te hierover te mijmeren, te bloggen, om tot mezelf te komen en bevestigd te worden in wat ik aan het doen ben. Hoe is jouw interactie met jezelf, met je lichaam, met je omgeving en hoe bewust ben je daarvan, of geef je jezelf ruimte voor om bij stil te staan? Wil je de podcast luisteren die ik gebruikt heb in deze blog om hier verder over te mijmeren en om meer te weten hoe de huidige beeldcultuur dit stilstaan bemoeilijkt? Check dan deze Podcast van Paul Verhaege